Over ons

Home   Media  Contact

Op 27 april 1978 pleegden de legerofficieren van de Democratische Volkspartij Afghanistan (DVPA) een bloedige staatsgreep met behulp van de voormalige Sovjet Unie in Afghanistan en DVPA heeft haar regime als Democratische Republiek Afghanistan uitgeroepen.

Naast Mohammad Daoud, de toenmalige president van Afghanistan en de leden van zijn familie, werden honderden officieren en soldaten, die tegen de staatsgreep waren, om het leven gebracht. Deze staatsgreep, de zogeheten “Saur revolutie” botste met de normen en waarden van de bevolking van Afghanistan. Enkele maanden na de staatsgreep begon het verzet tegen het door de Russen ingestelde regime. Het regime verloor de controle over het platteland, maar bleef gevestigd in Kabul en enkele grote steden. Duizenden dorpen werden door het leger van het regime en de Russen platgebombardeerd. In de regeringsgebieden had de regeringspartij (DVPA) monopolie over de vrijheid van meningsuiting en politieke activiteiten. Andersdenkenden, invloedrijke personen, intelligentsia en vermeende verzetssympathisanten werden door de veiligheidsdiensten van het regime en de partijapparaat op brute wijze vervolgd en zwaar bestraft. Duizenden verdwenen spoorloos en hun lichamen werden decennia later in massagraven teruggevonden. Ondanks het brute geweld vond in het land grote opstanden plaats.

In april 1992 kwam het DVPA-regime ten val en namen de verzetsgroepen de macht over. De bevolking van Afghanistan was aanvankelijk zeer blij met de machtsovername. Verdeeldheid in het verzet en invloed van de buurlanden onder organisaties die leiding gaven aan het verzet, heeft in de jaren 1992-1996 tot een burgeroorlog geleid. Bij het nieuw regime van de Islamitische Staat van Afghanistan ontbrak echter het centrale gezag, waardoor de lokale en regionale gewapende machthebbers voor het zeggen kregen.

De machtsstrijd werd in de stad Kabul onder verschillende fracties van politieke en gewapende partijen uitgevochten en leidde tot de dood van tienduizenden burgers, plundering van persoonlijke bezittingen van de burgers, willekeurige arrestaties en het vermoorden van tegenstaanders. Daarnaast ging de bevolking gebukt onder de etnisch gemotiveerde wreedheden. Dat zorgde voor de algemeen ervaren onveiligheid. Dien ten gevolge vluchtten duizenden bewoners van Kabul naar de relatief veiligere provinciën en de buurlanden. Hoewel niet alle leden van de verzetsgroeperingen bij deze burgeroorlog en de gevolgen ervan betrokken waren, blijven de betreffende uitvoerders en leidinggevenden van de verzetsbewegingen verantwoordelijk voor de gepleegde misdrijven in deze periode.

Door anarchie en voortdurende machtsstrijd greep de Islamitische Beweging van Taliban de macht en in korte tijd een groot gedeelte van Afghanistan in handen. Na de verovering van Kabul in 1996 riep de Taliban het Islamitische Emiraat Afghanistan uit. Mensen werden van de meest essentiële burgerrechten en vrijheden beroofd. Terwijl de Taliban de burgeroorlog tegen het verdreven regime van Islamitische Staat Afghanistan voortzette, werd het oorlogsrecht aan beide zijde op brute wijze geschonden en er vielen wederom veel burgerslachtoffer. Religieuze repressie en dwang, uitsluiting van vrouwen uit het openbare leven en vernietiging van het culturele erfgoed, zijn enkele voorbeelden uit deze periode.

Met de Amerikaanse militaire interventie werd eind 2001 het Taliban regime ten val gebracht. Bij de val van de Taliban werden er door de Amerikaanse militairen en de betrokken Afghaanse groepen ernstige mensenrechtenschending gepleegd, waarbij o.m. krijgsgevangenen zijn gemarteld en vervolgens vermoord.

Internationale gemeenschap beloofde hulp bij de wederopbouw en democratisering van Afghanistan. Het berechten van misdrijven tegen de menselijkheid zou volgens het Bonn akkoord in het kader van een nationaal programma voor “transitional justice” plaatsvinden. Helaas genoten de verdachten van misdrijven tegen de menselijkheid en mensenrechtenschendingen een sterke positie. Het Afghaanse parlement nam een omstreden amnestiewet aan, die alle van misdrijven tegen de menselijkheid en van mensenrechtenschendingen verdachte personen amnestie verleende. Zolang deze “wet” geldt, zal het berechten van misdrijven tegen de menselijkheid inclusief oorlogsmisdrijven uitblijven. Het Afghaanse volk is na de val van het Talibanregime getuige geweest van schendingen van oorlogsrecht door alle in het conflict betrokken partijen. Mishandeling van verdachte personen in de detentiecentra van het Afghaanse regime en buitenlandse veiligheidsdiensten en aan de andere kant de gewapende oppositie w.o. de Taliban, het geweld tegen vrouwen en journalisten en aanvallen op burgerdoelen, zijn enkele voorbeelden van de continuïteit van misdrijven tegen de menselijkheid onder het huidige regime.

Onze stelling is:

Verdachten van misdrijven van alle genoemde periodes dienen strafrechtelijk berecht te worden. De stichting draagt bij aan de wereldwijde strijd tegen de straffeloosheid van diegenen die zich in Afghanistan schuldig hebben gemaakt aan het plegen van misdrijven tegen de menselijkheid of het geven van opdracht daartoe of het maken van het beleid dat dergelijke misdrijven rechtvaardigde. Er wordt geen onderscheiding gemaakt op basis van ideologische, politieke, etnische of religieuze achtergronden van de verdachten.

Doelen:

De stichting beoogt de volgende doelen te bereiken:

  • Het behartigen van belangen van de slachtoffers van de misdrijven tegen menselijkheid en mensenrechtenschendingen in Afghanistan vanaf 27 april 1978 tot heden;
  • Een platform zijn voor contact, bewustwording, acties en gestructureerde samenwerking onder de slachtoffers;
  • Bij te dragen aan de juridische voorbereiding van strafrechtelijke vervolging van verdachten van misdrijven tegen de menselijkheid en mensenrechtenschendingen in Afghanistan vanaf 27 april 1978 tot heden;.
  • Het documenteren van misdrijven tegen de menselijkheid en mensenrechtenschendingen in Afghanistan vanaf 27 april 1978 tot heden;
  • Het documenteren van getuigenverklaringen, bewijsmateriaal en literatuur over misdrijven tegen menselijkheid en mensenrechtenschendingen in Afghanistan vanaf 27 april 1978 tot heden;
  • Een stem te geven aan de stille meerderheid van overleden en overlevende slachtoffers van misdrijven tegen menselijkheid en mensenrechtenschendingen in Afghanistan;
  • Het agenderen van vervolging van misdrijven tegen de menselijkheid en mensenrechtenschendingen in Afghanistan op de politieke agenda in Afghanistan en internationale podia, w.o. EU en VN;
  • Het in het leven roepen van een speciale gedenkdag ter ere van de slachtoffers, het identificeren van de massagraven en het oprichten van gedenkmonumenten en in kaart brengen van alle slachtoffers van de misdrijven tegen de menselijkheid en de mensenrechtenschendingen in Afghanistan vanaf 27 april 1978 tot heden;
  • Tot slot conformeert de stichting zich aan de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM) en andere internationale verdragen in deze.

Middelen

De stichting tracht deze doelen te bereiken door volgende middelen:

  • Tot stand brengen van een groot Internationaal netwerk van slachtoffers en nabestaanden van de genoemde misdrijven;
  • Het documenteren van de slachtoffers van de genoemde misdrijven;
  • Verzamelen van getuigenverklaringen en ander bewijsmateriaal en het aansporen van slachtoffers en nabestaanden van de slachtoffers om hun herinneringen en ervaringen vast te leggen;
  • Opzetten en bijhouden van een archief van documentatie m.b.t. oorlogsmisdrijven, getuigenverklaringen en bewijsmateriaal over de gepleegde misdrijven tegen de menselijkheid en mensenrechtenschendingen in Afghanistan;
  • Verzorgen van bewustwordingsactiviteiten over verschillende aspecten van het werk voor gerechtigheid voor slachtoffers en sympathisanten;
  • Een stembuis te zijn van de slachtoffers zowel naar de media als internationale gemeenschap;
  • Het opzetten van een PR & communicatie unit, die via publicaties en de sociale media informatie verzorgt en aandacht genereert voor deze zaak;
  • De realisatie van een ‘Informatie en documentatiecentrum misdrijven tegen menselijkheid en mensenrechtenschendingen in Afghanistan’ in Nederland;
  • Het onderhouden van werkcontacten met de aanverwante Afghaanse en internationale organisaties;
  • Het streven naar de realisatie van een Internationaal Afghanistan Tribunaal.

Donateurs

Donateurs ondersteunen de activiteiten de stichting met financiële middelen.

Financiële middelen en het boekjaar

  • Het vermogen van de stichting zal worden gevormd door schenkingen, erfstellingen, legaten, subsidies, donaties en alle andere verkrijgingen en baten.
  • De stichting heeft t.b.v. haar financiële zaken een rekeningnummer.
  • Het boekjaar van de stichting is gelijk aan het kalenderjaar.